Inzegening Gertrudiskerk

Artikel in het Dagblad voor Noord-Limburg november 1951.

Oirlo is klaar om op donderdag 15 november en vooral ook de zondag d.a.v. de vele bedevaartgangers te ontvangen en hoopt met de inzegening van de kerk van Sint Gertrudis een nieuwe periode in te luiden van de Sint. Machutus bedevaart. Deze inzegening van de Gertrudiskerk is het tweede feest. Met man en macht wordt er gewerkt om de kerk voor 15 november klaar te krijgen. Dikwijls staat aannemer Volleberg ’s avonds na tien uren nog in het licht van de elektrische lampen te overleggen hoe klaar te komen. Met man en macht wordt er gewerkt om de kerk voor 15 november klaar te krijgen. In drie ploegen wordt het glas in lood gezet, biechtstoelen en banken zijn er al, jonge boeren werken zich op het kerkhof blaren in de handen en de meisjes staan met de dweilen te wachten om de vloer piekfijn te maken. De oude M-klok, door de Duitsers gestolen, maar na de  bevrij­ding weer teruggekomen, werd door de jongelui naar bovengetakeld, waar de firma Eysbouts uit Asten de meer dan 1000 kg. wegende klok op het platform van de nieuwe toren in de klokkestoel hing.

Na 5 jaren onder een grote kastanjeboom geslapen te hebben heeft de dodenklok weer de eerste zware slagen over Oirlo laten weerklinken. Ze luidde al toen in de 15e eeuw ongeveer de helft van de Oirlose bevolking (600 mensen) aan de pest stierf.  Waar nu het nieuwe bouwwerk van Ir. Kayser staat, lag vroeger een kerk met toren, die onder het bijzondere toezicht van Monumenten­zorg stond. Van de vier klokken kwamen het Angelusklokje en de zware Sint Gertrudisklok terug. Onder het schip dat dateerde uit de 15e eeuw werden fundamenten gevonden van een nog oudere kerk. Het oudere priesterkoor bleef behouden (op de beschildering na) toen de Duitsers de toren in de lucht lieten vliegen. Ook het prachtige missiekruis, op het kruis uit de Hypolytus-kerk te Delft na, het oudste van Nederland. In het altaar vond men in twee drinkglaasjes zeer oude relikieën nl. een beentje en een stukje stof met bloed, terwijl een mergelsteen was ingebouwd met een putje waarin zich as bevond; door het ontbreken van documenten weet men niet waarvan en van wanneer deze zijn, men vermoedt van St. Dionysius, patroon der vroegere kerk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *