Nederzettingssporen uit de Late IJzertijd

In de winter van 88/89 ontdekten leden van de heemkundige Werkgroep Ald Oeldere tijdens ontgrondingswerkzaamheden op een akkercomplex ten noordwesten van Oirlo schervenmateriaal en nederzettingssporen uit de Late IJzertijd. De vondsten werden gedaan op een zandkop die aan de noordzijde wordt begrensd door het (voormalige) Stokven en aan de westzijde door het dal van de Oostrumsche Beek. De ontdekkers stelden de provinciaal archeo­loog van hun bevindingen in kennis. Hierop volgend werd door archeoloog Nico Rooymans (onderzoeksleider) met enkele studenten van het IPP te Amsterdam en in samenwerking met de ROB een beperkt noodonderzoek ingesteld. De wijze van zandwinning, waarbij met tussenpozen van enkele maanden telkens een smalle strook van ca. 90 meter x 20 meter werd ontgrond, stelden het archeologenteam in staat om voorafgaand aan de aan­leg van een nieuwe zandput de betreffende strook archeologisch te onderzoe­ken. Verspreid over 1989 en begin 1990 vonden vier korte campagnes plaats, waarbij tezamen een gesloten areaal van ca. 90 meter x 70 meter kon worden onder­zocht. De noodopgravingen moesten met beperkte middelen en in hoog tempo worden uitgevoerd. Belangrijkste doelstelling was inzicht te verkrijgen in de structuur en ontwikkeling van een Late-IJzertijd-nederzetting, waarover in Zuid-Nederland buiten Oss nog bijzonder weinig bekend is.

Tijdens de opgravingen werd een dichte concentratie vrij duidelijk herken­bare paalsporen aangetroffen, alsook een tiental grotere kuilen en een lange rij paalkuilen die mogelijk de resten van een palissade-omheining vormen. De indruk bestaat dat deze sporen behoren tot een langgerekt, oost-west georiën­teerd nederzettingscomplex waarvan slechts de westelijke helft kon worden onderzocht. De meest opmerkelijke bevinding van het onderzoek te Oirlo was dat uit de dichte paalkuilenzwerm  noch in het veld, noch achter de tekentafel duidelijke huisplattegronden te reconstrueren waren. Langgerekte woonstalhuizen, zoals die van het type Haps of daaraan verwante vormen, lij­ken hier te ontbreken. Wel werd een tiental rechthoekige structuren aangetrof­fen van zes en vier palen, die doorgaans als voorraadschuurtjes worden geïnterpreteerd.

Wordt vervolgd

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *